H
- haakjes ( ) [ ]
- haakjes (hoofdletter)
- haakjes (spatie)
- haakjes (streepjes)
- haakjes (voor of na punt)
- haar / d'r: Joke d'r broer / Joke haar broer / Jokes broer / de broer van Joke
- haar / zij
- haar / zijn
- haiku: haiku's / haikus*
- half: twee en een half / tweeënhalf / twee-en-een-half / tweeëneenhalf*
- half: twee en een half uur / tweeënhalf uur / twee uur en half* / twee uur en een half*
- halfeen / half een
- halfjaar / half jaar
- halftwee / half twee
- halfuur / half uur
- handige harry / Handige Harry* / handige Harry*
- handvat: handvaten / handvatten
- hart: een hart onder de riem steken / een riem onder het hart steken
- haute-couturewinkel / hautecouturewinkel* / haute couturewinkel*
- hebben: u heeft / u hebt, heeft u / hebt u
- hebben gedaan / gedaan hebben
- hebben gezien / gezien hebben
- hebben moeten komen / zijn moeten komen
- hectare / hectaren / hectares
- heeft gevolgd / is gevolgd
- heeft gewonnen / is gewonnen*
- heeft moeten komen / is moeten komen
- heeft opgehouden / is opgehouden
- heeft vergeten / is vergeten
- heeft verloren / is verloren
- heel / gans
- heel / hele
- heel de dag / de hele dag
- heel het jaar / het hele jaar
- heer / de heer / meneer / mijnheer
- heffen (vervoegen)
- heffen: hief / hefte*, geheven / gehoffen*
- heilige namen en begrippen (hoofdletter)
- heimlichmanoeuvre / Heimlichmanoeuvre* / Heimlich manoeuvre* / heimlich manoeuvre*
- helaas (komma)
- helder / duidelijk
- hele / heel
- hele bedragen (euro)
- hem / hem of haar
- hem / hij
- hem die / hij die
- hemellichamen (hoofdletter)
- Hemelvaart / hemelvaart, Hemelvaartsdag / hemelvaartsdag*
- hen / hun / ze
- hen / hun / ze / haar* (vrouwelijk meervoud)
- hen / zij
- hen die / zij die
- her- (voltooid deelwoord)
- her- (werkwoorden)
- herhaald / herhaaldelijk
- herhalen (vervoegen)
- herhalen: herhaalt / herhaald
- herinneren / zich herinneren
- hervallen
- het / de
- het best / best
- het best / het beste
- het beste / de beste
- het goed voorhebben / het goed hebben
- het liefst / het liefste
- het meest / het meeste
- het meeste / de meeste
- het meeste problemen / de meeste problemen
- het mooist / het mooiste
- het Vlaamse Gewest / het Vlaams Gewest
- het wil / het wilt*
- heten / noemen
- heten: heten / heetten
- hetgeen / datgene
- hetgeen / het geen
- hetgeen / hetgene*
- hetgeen / wat
- hetwelk / welke / dewelke*
- hetzelfde / dezelfde
- hetzelfde / het zelfde*
- hetzelfde als / hetzelfde dan*
- hetzelfde als mij / hetzelfde als ik
- hier van / hiervan
- hieraan / hier aan
- hierbij / daarbij
- hierbij / hier bij
- hierbij / hiermee / hierdoor (begin brief)
- hierbij gevoegd / hier bijgevoegd / hierbijgevoegd*
- hierdoor / daardoor
- hierdoor / hier door
- hierin / daarin
- hierin / hier in
- hierlangs / langs hier
- hiermee / daarmee
- hiermee / hier mee
- hiermee / hierbij / hierdoor (begin brief)
- hiernaar / hier naar
- hierom / daarom
- hierom / hier om
- Hof van Cassatie (hoofdletter)
- Homeros / Homerus
- hieronder / hier onder
- hierop / daarop
- hierop / hier op
- hieruit / hier uit
- hiervan / daarvan
- hiervoor / daarvoor
- hiervoor / hier voor
- hij / hem
- hij / hij of zij
- hij die / hem die
- hij wil / hij wilt*
- historische gebeurtenissen, dagen, feestdagen en periodes (hoofdletter)
- hoe dan ook (volgorde)
- hoe dan ook / hoedanook*
- hoe dat / hoe
- hoe laat / hoelaat*
- hoe lang / hoelang
- hoe ver / hoever
- hoeveel / hoe veel
- hoeven / hoeven te
- hoeven / moeten
- hoever / hoe ver
- hof van assisen (hoofdletter)
- hof van beroep (hoofdletter)
- homoniemen, homonymie (taalkundige term)
- homonymie / polysemie
- honderden / honderde*
- honderdeneerste / honderdeneende
- hoofde: uit hoofde van, in hoofde van*
- hoofdletter (als zin begint met cijfer)
- hoofdletter (feestdagen)
- hoofdletter (functie, functienaam, functiebenaming, functieaanduiding)
- hoofdletter (godsdienst, geloof)
- hoofdletter (landen, landnaam, bijvoeglijk naamwoord)
- hoofdletter (na aanspreking)
- hoofdletter (na apostrof)
- hoofdletter (na korte kopjes)
- hoofdletter (na puntkomma)
- hoofdletter (namen van dagen)
- hoofdletter (namen van maanden)
- hoofdletter (onderwerp e-mail)
- hoofdletter (periodes)
- hoofdletter (planeten, hemellichamen)
- hoofdletter (schoolvakken, opleidingen, studierichtingen, vakken, vakgebieden)
- hoofdletter (windstreken)
- hoofdletter IJ
- hoofdletters (in opsomming)
- hoofdletters - 01. hoofdregels
- hoofdletters - 02. persoonsnamen
- hoofdletters - 03. aanspreekvormen, functiebenamingen en titulatuur
- hoofdletters - 04. heilige namen en begrippen
- hoofdletters - 05. aardrijkskundige namen
- hoofdletters - 06. namen van talen en dialecten
- hoofdletters - 07. namen van volkeren, etnische en religieuze groepen
- hoofdletters - 08. namen van artistieke, culturele, maatschappelijke en religieuze stromingen
- hoofdletters - 09. namen van dagen, feestdagen, periodes en historische gebeurtenissen
- hoofdletters - 10. namen van instanties, bedrijven, organisaties, gebouwen en merken
- hoofdletters - 11. titels van boeken, films, artistieke onderscheidingen en evenementen
- hoofdletters - 12. Duitse woorden
- hoofdletters - 13. letteraanduidingen
- hoofdlijnen: in hoofdlijnen / op hoofdlijnen
- hoofdzin / bijzin
- hoogachtend / met vriendelijke groet
- hoogwater / hoog water
- hoorn / horen
- horloge / uurwerk
- houden (vervoegen)
- houden / organiseren
- houden aan
- houden: hou / houd
- huishoudelijk reglement / reglement van orde / reglement van inwendige orde
- huiskamer / woonkamer / living
- hulpwerkwoord / koppelwerkwoord / zelfstandig werkwoord
- hulpwerkwoorden (taalkundige term)
- hun / hen / ze
- hun / zij
- hypallage (stijlfiguur)
- hyperbool (stijlfiguur)